donderdag 15 juli 2010
RECBEAT, more than music
22/7/2010
RECYCL
ART
Ursulinenstraat 27
1000 Bruxelles
22:00> 23:00 Cinemusik (projection de film en plein air):
“RECBEAT. More than music”
Une documentaire entêté par le cinéaste John Erbuer sur le free festival RecBeat qui dure 4 jours pendant le carnaval de Recife au Brésil. L’accent est mis sur le mouvement et l’origine du Mangue Beat.
+ Dj Lieven Verstraete
dinsdag 4 mei 2010
Monimambu
Musique originale de 'Basal'ya Basoba', une comédie musicale qui parle du problème des 20.000 enfants de rue à Kinshasa accusés de sorcellerie.
Jusqu'a fin juin 2010 la pièce est jouée sur les places publiques, en plein air à travers toutes les 24 communes de la capitale Congolaise.
Les 100 représentations atteindront 100.000 personnes. Ensuite la compagnie de théâtre compte jouer la pièce dans les autres provinces du RDC pour faire connaître la loi qui interdit l' accusation de sorcellerie.
Musiciens:
Olga TSHIYUKA
Larousse Marciano TASISU
Kojack Kossakamvwe MPONGO
Toussaint Kimbembi LUZAYAMO
Reagaen Matuke AMELA
Rachel Kadiosha MBOMBO
Mise en scène:
Guido Kleene et Toto Kisaku.
Vidéo: John Erbuer
woensdag 28 april 2010
Biu Roque
Op 23 april overleed Biu Roque, een van de meest gerespecteerde 'Meesters' van de traditionele muziekcultuur - Coco de Roda, Ciranda, Maracatu Rural en Cavalo Marinho - uit het Noordoosten van Brazilië.
Net een jaar geleden werd een cd opgenomen in de Fabrica, een gekende opnamestudio in Recife waar ook 'Chuva em pô', de eerste Braziliaanse cd van Think Of One werd opgenomen.
Homagem pra um dos maiores mestres da cultura popular brasileira, Biu Roque, um dos mestres populares mais respeitados da Zona da Mata pernambucana. Mestre Biu atuava como artista nos gêneros musicais tradicionais como o Coco de Roda, a Ciranda, o Maracatu Rural e as toadas de Cavalo Marinho.
Net een jaar geleden werd een cd opgenomen in de Fabrica, een gekende opnamestudio in Recife waar ook 'Chuva em pô', de eerste Braziliaanse cd van Think Of One werd opgenomen.
Homagem pra um dos maiores mestres da cultura popular brasileira, Biu Roque, um dos mestres populares mais respeitados da Zona da Mata pernambucana. Mestre Biu atuava como artista nos gêneros musicais tradicionais como o Coco de Roda, a Ciranda, o Maracatu Rural e as toadas de Cavalo Marinho.
dinsdag 13 april 2010
Impressies uit Kinshasa
Ik zag nù pas Guido zijn brief aan Lotte van den Berg en besef dat ik dààr was op het moment dat hij schrijft. Ik krijg mijn impressies niet zo goed onder woorden als Guido, Ik, ik probeer die altijd in beelden te vangen.
'basal ya basoba' (22 februari 2010)
Guido Kleene aan Lotte Van den Berg (OMSK) vanuit Congo
(Guido Kleene is de regisseur van Basal ya Bazoba, het theaterproject over Kindheksen in Kinshasa.)
lieve lotte, dank voor je mail, ik heb nog geen tijd gehad te reageren, maar ik schrijf je vast wat impressies uit kin. ik heb het hier erg goed naar mijn zin, met alle problemen gaat het goed, en met de tournee ook.
ik heb het gevoel dat t zinvol is wat we hier doen, al was het maar om mensen voor het eerst toneel te laten zien. t is fijn te kijken naar de gezichten die niet goed kunnen plaatsen wat ze zien, die pas aan het eind voluit durven lachen omdat ze begrepen hebben wat het is - toneel.
T is lang geleden dat ik geschreven heb. ik probeer kort en helder te schrijven, het lukt me hier niet. De werkelijkheid van Kinshasa is complex, ik probeer beelden te geven, impressies. Ik heb het gevoel dat ik de werkelijheid meer recht met flarden dan met heldere zinnen. Alle gebeurtenissen zijn hier zintuigelijk. Het is druk. We werken hard, en omdat alles vanaf boven gestuurd moet worden, moet ik voortdurend alles in gang zetten, samen met guy, armand en toto. De dagen dat er rust is, zijn schaars. Vanavond dan. Vanavond ben ik thuis en er is stroom. Iedereen zit buiten. De lucht is gevuld met muggen, het is heet, de korte droge tijd is aangebroken. De geluiden van de straat dringen binnen in het parcelle (Kinshasa bestaat uit parcelles – ommuurde binnenplaatsen waar je huis staat). Na 18h heerst er duisternis. De nachten in Kinshasa zijn lichtspelen van bewegende schaduwen. Een pikzwarte straat waar donkere schaduwen zich voortbewegen. Het zwart van de nacht af en toe doorbroken door een auto die al vanaf een kilometer zichtbaar is, en die iedereen verblindt. Ook hier in de parcelle zijn er schaduwen. De schaduw van de vrachtwagen en de bus. Pikzwarte lichamen die in het donker hangen. Alsof ze zien in de nacht. Het ziet er onheilspellend uit, maar volkomen gerust en onspannen klinken de stemmen. Ik zit op de tegels en luister. Zo bekruipt me hier af en toe een gevoel van rust. We zijn op tournee, al twintig voorstellingen, veel publiek, het gaat goed. Met voortdurend tegenslagen en meevallers, maar er is altijd een oplossing. Ik loop door mijn huis. Het huis is ruim, de ramen altijd open. De keuken is een betonnen platje met houtskoolvuurtjes. Daarnaast de achtertuin, een smalle strook langs de betonnen muur met groen, guy george heeft er planten geplant, die nog klein zijn maar het huis een aangename sfeer geven. Ik zit hier eigenlijk altijd buiten, op de tegels, voor het huis. Zephyrin komt thuis, de jonge neef van de huiseigenaresse, die woont achter met zijn neef. Een lieve jongen met aardige ogen en een verlegen blik. En Pascal, een van de agenten, waakt. Pascal is een mooi type. Hij praat met een theatrale stemverheffing, maar even vaak is hij stil en op de loer.
Soms kijken we samen televisie. Of zit iedereen op straat voor het huis. En werk ik binnen. We zitten nu aan de 27e voorstelling. Al 14 voorstellingen sinds ik terug ben in kinshasa, in drie weken, dus bijna vijf voorstellingen per week. Het is een megaklus. Ik zou het anders moeten uitleggen. Negen lokaties, in negen wijken. Elke keer opnieuw. Lokatie zoeken, de wijk in. Stoffige smerige straten, vol met mensen, die overal verkopen, zitten, hangen, commentaar geven. In camp luka speelden we deze week. Een wijk waar misschien wel driehonderdduizend mensen wonen, met maar een enkele toegansweg, niet geasfalteerd, een zandweg die over de grote begraafplaats van Kitambo loopt, en dan begint de wijk. ik ben hier op lokatiebezoek met prince en maurice. Het is bloedheet, we gaan lopend de wijk in. Honderden en honderden mensen te voet.
Geen enkele vorm van openbaar vervoer. Smerige straten, kleine gammele huisjes, veelal van hout, en iedereen roept naar de blanke. Het is de smerigste wijk die ik hier gezien heb. En de moeilijkst toegankelijke. We lopen op goed geluk, straat naar links, nog een grotere vuilnisbelt, dan ineens zijn we bij de markt, een brede straat, duizenden mensen te voet op weg naar nergens. In de verte zie je de stad liggen, de schaarse gebouwen met verdiepingen torenen als trotse bakens in het uitzicht. We houden stil. Links is een grote school en kerk van de katholieke missie. Het enige stevige bouwwerk in de wijk. Daarnaast onoogelijke betonnen huisjes en houten bouwvallen. Hoewel, wat verderop vinden we een drietal bars en dancings, die er zeer welvarend uitzien. In deze puinhoop.
Bij navraag blijken het de best verkopende bars van de stad te zijn.
Er is blijkbaar niets anders te doen hier dan bier drinken en dansen.. We besluiten maar midden op straat te gaan spelen, op de breedste weg van de buurt.
Later in de week spelen we op de plek, de authorisaties geregeld bij de deelgemeente, de service Culture et Arts betaald, de huur van de lokatie(een openbare weg!) betaald aan het ministerie van sport en ontspanning, de politiecommandant betaald... elke dag hetzelfde ritueel. Zes uur opstaan, kwart over zes wegrijden vanuit het huis in masina, aan de andere kant van de stad. Om half acht komen we aan in camp luka. Overal waar we met de vrachtwagen komen, komen er hordes kinderen op ons af,
en nieuwsgierige volwassenen. Sommigen willen dat we voor hun winkel gaan spelen, maar de vrouwen met de martkkramen beginnen al te klagen voordat we ons hebben geïnstalleerd. We moeten ze betalen voor verlies van klandizie. We weigeren en zoeken een andere plek. Er is nauwelijks schaduw in de wijk. Het is nu al heet. half acht s ochtends. Het is moeilijk opbouwen met zoveel straatkinderen om ons heen, telkens een half oog op de kinderen om te zien of niemand iets probeert te stelen. Om negen uur komt de beveiliging en de produktie pas aan – pas op dat moment kunnen we beginnen te bouwen. Veel te laat. Ik wind me op tegen maurice, die altijd als eerste in de wijk moet zijn, om de politie te verwittigen van onze komst, en een aantal agenten te betalen die ons de dag moeten beschermen. In congo betaal je altijd voor alles. Maar geen schikbarende bedragen, voor drie euro heb je een agent, voor twee euro wordt de bende leider je vriend, en voor vijf euro geeft de chef coutumier zijn zegen. (hoewel er nooit over geld wordt gesproken, maar over flessen bier.) Door de vertraging spelen we veel te laat. Het is afgeladen vol. de hele straat vol met mensen, we houden een kleine doorgang voor de drie auto’s die hier per uur rijden, maar daar staan ook tweehonderd mensen te dringen om de voorstelling te zien. Er komt een auto langs, die zich met moeite door de mensenmassa’s dringt, maar de beveiliging helpt en slaat de kinderen weg met stokken. Ik sta bovenop de mercedes bus – waar we de geluidstafel hebben staan. Toren boven de mensen uit. Achthonderd tot duizend mensen.
Dan ineens opschuding – ik zie acht agenten achter me staan, en een man in felgekleurd overhemd die zegt de commandant te zijn – en woedend probeert de voorstelling te stoppen. De agenten dreigen, we leggen de voorstelling stil. Wat is er aan de hand ? de lokale depute provinciaal – een soort provincie parlementslid – wil met zijn auto passeren, en heeft het bevel gegeven de voorstelling te stoppen. Omdat hij niet door de mensenmassa wil rijden. Wat een land. Wij doen hier het werk voor de regering – en de parlementsleden stoppen voorstellingen omdat ze de weg voor zich willen hebben. Quel scandale. Een half uur later kunnen we verder, maar de fut is eruit. We besluiten een voorstelling af te lasten en geheel opniew te beginnen. Aan het eind scandeert het hele publiek ‘toliaka missun ya batu’ ik ging mensenvlees eten, de grap van de laatste scene van de voorstelling. Het zijn lange dagen. Als we een voorstelling hebben, zes uur vertrekken, acht uur s avonds klaar. En dan de hele dag werken in de volle zon, het is bloedheet. En na de laatste voorstelling zo snel mogelijk afbouwen, om niet in het donker lastig te worden gevallen door de straatkinderen. Maar het is heel dankbaar. Het publiek is enthousiast. We krijgen bijzondere getuigenissen van kinderen en volwassenen die als kind van hekserij zijn beschuldigd. En veel publiek. In massina tussen de 1000 en de 1600 man per voorstelling. In de wijken met minder ruimte tussen de 600 en de 800. de akteurs leveren topprestaties, in de drukkende hitte en volle zon twee keer achter elkaar spelen, dansen, zingen. Een uur en twintig minuten op volle kracht. Want toneelspelen is hier niet met mate, het is volledig, honderd procent. Niet altijd mooi, wel altijd intens en komisch. Onderling is er vrijwel altijd mot, maar als de voorstelling begint, spettert het. Quelle ambiance… wat een geweldige tournee.. ik schrijf je snel een reactie op je biref, maar wilde vast wat van me laten weten... guido
'basal ya basoba' (22 februari 2010)
Guido Kleene aan Lotte Van den Berg (OMSK) vanuit Congo
(Guido Kleene is de regisseur van Basal ya Bazoba, het theaterproject over Kindheksen in Kinshasa.)
lieve lotte, dank voor je mail, ik heb nog geen tijd gehad te reageren, maar ik schrijf je vast wat impressies uit kin. ik heb het hier erg goed naar mijn zin, met alle problemen gaat het goed, en met de tournee ook.
ik heb het gevoel dat t zinvol is wat we hier doen, al was het maar om mensen voor het eerst toneel te laten zien. t is fijn te kijken naar de gezichten die niet goed kunnen plaatsen wat ze zien, die pas aan het eind voluit durven lachen omdat ze begrepen hebben wat het is - toneel.
T is lang geleden dat ik geschreven heb. ik probeer kort en helder te schrijven, het lukt me hier niet. De werkelijkheid van Kinshasa is complex, ik probeer beelden te geven, impressies. Ik heb het gevoel dat ik de werkelijheid meer recht met flarden dan met heldere zinnen. Alle gebeurtenissen zijn hier zintuigelijk. Het is druk. We werken hard, en omdat alles vanaf boven gestuurd moet worden, moet ik voortdurend alles in gang zetten, samen met guy, armand en toto. De dagen dat er rust is, zijn schaars. Vanavond dan. Vanavond ben ik thuis en er is stroom. Iedereen zit buiten. De lucht is gevuld met muggen, het is heet, de korte droge tijd is aangebroken. De geluiden van de straat dringen binnen in het parcelle (Kinshasa bestaat uit parcelles – ommuurde binnenplaatsen waar je huis staat). Na 18h heerst er duisternis. De nachten in Kinshasa zijn lichtspelen van bewegende schaduwen. Een pikzwarte straat waar donkere schaduwen zich voortbewegen. Het zwart van de nacht af en toe doorbroken door een auto die al vanaf een kilometer zichtbaar is, en die iedereen verblindt. Ook hier in de parcelle zijn er schaduwen. De schaduw van de vrachtwagen en de bus. Pikzwarte lichamen die in het donker hangen. Alsof ze zien in de nacht. Het ziet er onheilspellend uit, maar volkomen gerust en onspannen klinken de stemmen. Ik zit op de tegels en luister. Zo bekruipt me hier af en toe een gevoel van rust. We zijn op tournee, al twintig voorstellingen, veel publiek, het gaat goed. Met voortdurend tegenslagen en meevallers, maar er is altijd een oplossing. Ik loop door mijn huis. Het huis is ruim, de ramen altijd open. De keuken is een betonnen platje met houtskoolvuurtjes. Daarnaast de achtertuin, een smalle strook langs de betonnen muur met groen, guy george heeft er planten geplant, die nog klein zijn maar het huis een aangename sfeer geven. Ik zit hier eigenlijk altijd buiten, op de tegels, voor het huis. Zephyrin komt thuis, de jonge neef van de huiseigenaresse, die woont achter met zijn neef. Een lieve jongen met aardige ogen en een verlegen blik. En Pascal, een van de agenten, waakt. Pascal is een mooi type. Hij praat met een theatrale stemverheffing, maar even vaak is hij stil en op de loer.
Soms kijken we samen televisie. Of zit iedereen op straat voor het huis. En werk ik binnen. We zitten nu aan de 27e voorstelling. Al 14 voorstellingen sinds ik terug ben in kinshasa, in drie weken, dus bijna vijf voorstellingen per week. Het is een megaklus. Ik zou het anders moeten uitleggen. Negen lokaties, in negen wijken. Elke keer opnieuw. Lokatie zoeken, de wijk in. Stoffige smerige straten, vol met mensen, die overal verkopen, zitten, hangen, commentaar geven. In camp luka speelden we deze week. Een wijk waar misschien wel driehonderdduizend mensen wonen, met maar een enkele toegansweg, niet geasfalteerd, een zandweg die over de grote begraafplaats van Kitambo loopt, en dan begint de wijk. ik ben hier op lokatiebezoek met prince en maurice. Het is bloedheet, we gaan lopend de wijk in. Honderden en honderden mensen te voet.
Geen enkele vorm van openbaar vervoer. Smerige straten, kleine gammele huisjes, veelal van hout, en iedereen roept naar de blanke. Het is de smerigste wijk die ik hier gezien heb. En de moeilijkst toegankelijke. We lopen op goed geluk, straat naar links, nog een grotere vuilnisbelt, dan ineens zijn we bij de markt, een brede straat, duizenden mensen te voet op weg naar nergens. In de verte zie je de stad liggen, de schaarse gebouwen met verdiepingen torenen als trotse bakens in het uitzicht. We houden stil. Links is een grote school en kerk van de katholieke missie. Het enige stevige bouwwerk in de wijk. Daarnaast onoogelijke betonnen huisjes en houten bouwvallen. Hoewel, wat verderop vinden we een drietal bars en dancings, die er zeer welvarend uitzien. In deze puinhoop.
Bij navraag blijken het de best verkopende bars van de stad te zijn.
Er is blijkbaar niets anders te doen hier dan bier drinken en dansen.. We besluiten maar midden op straat te gaan spelen, op de breedste weg van de buurt.
Later in de week spelen we op de plek, de authorisaties geregeld bij de deelgemeente, de service Culture et Arts betaald, de huur van de lokatie(een openbare weg!) betaald aan het ministerie van sport en ontspanning, de politiecommandant betaald... elke dag hetzelfde ritueel. Zes uur opstaan, kwart over zes wegrijden vanuit het huis in masina, aan de andere kant van de stad. Om half acht komen we aan in camp luka. Overal waar we met de vrachtwagen komen, komen er hordes kinderen op ons af,
en nieuwsgierige volwassenen. Sommigen willen dat we voor hun winkel gaan spelen, maar de vrouwen met de martkkramen beginnen al te klagen voordat we ons hebben geïnstalleerd. We moeten ze betalen voor verlies van klandizie. We weigeren en zoeken een andere plek. Er is nauwelijks schaduw in de wijk. Het is nu al heet. half acht s ochtends. Het is moeilijk opbouwen met zoveel straatkinderen om ons heen, telkens een half oog op de kinderen om te zien of niemand iets probeert te stelen. Om negen uur komt de beveiliging en de produktie pas aan – pas op dat moment kunnen we beginnen te bouwen. Veel te laat. Ik wind me op tegen maurice, die altijd als eerste in de wijk moet zijn, om de politie te verwittigen van onze komst, en een aantal agenten te betalen die ons de dag moeten beschermen. In congo betaal je altijd voor alles. Maar geen schikbarende bedragen, voor drie euro heb je een agent, voor twee euro wordt de bende leider je vriend, en voor vijf euro geeft de chef coutumier zijn zegen. (hoewel er nooit over geld wordt gesproken, maar over flessen bier.) Door de vertraging spelen we veel te laat. Het is afgeladen vol. de hele straat vol met mensen, we houden een kleine doorgang voor de drie auto’s die hier per uur rijden, maar daar staan ook tweehonderd mensen te dringen om de voorstelling te zien. Er komt een auto langs, die zich met moeite door de mensenmassa’s dringt, maar de beveiliging helpt en slaat de kinderen weg met stokken. Ik sta bovenop de mercedes bus – waar we de geluidstafel hebben staan. Toren boven de mensen uit. Achthonderd tot duizend mensen.
Dan ineens opschuding – ik zie acht agenten achter me staan, en een man in felgekleurd overhemd die zegt de commandant te zijn – en woedend probeert de voorstelling te stoppen. De agenten dreigen, we leggen de voorstelling stil. Wat is er aan de hand ? de lokale depute provinciaal – een soort provincie parlementslid – wil met zijn auto passeren, en heeft het bevel gegeven de voorstelling te stoppen. Omdat hij niet door de mensenmassa wil rijden. Wat een land. Wij doen hier het werk voor de regering – en de parlementsleden stoppen voorstellingen omdat ze de weg voor zich willen hebben. Quel scandale. Een half uur later kunnen we verder, maar de fut is eruit. We besluiten een voorstelling af te lasten en geheel opniew te beginnen. Aan het eind scandeert het hele publiek ‘toliaka missun ya batu’ ik ging mensenvlees eten, de grap van de laatste scene van de voorstelling. Het zijn lange dagen. Als we een voorstelling hebben, zes uur vertrekken, acht uur s avonds klaar. En dan de hele dag werken in de volle zon, het is bloedheet. En na de laatste voorstelling zo snel mogelijk afbouwen, om niet in het donker lastig te worden gevallen door de straatkinderen. Maar het is heel dankbaar. Het publiek is enthousiast. We krijgen bijzondere getuigenissen van kinderen en volwassenen die als kind van hekserij zijn beschuldigd. En veel publiek. In massina tussen de 1000 en de 1600 man per voorstelling. In de wijken met minder ruimte tussen de 600 en de 800. de akteurs leveren topprestaties, in de drukkende hitte en volle zon twee keer achter elkaar spelen, dansen, zingen. Een uur en twintig minuten op volle kracht. Want toneelspelen is hier niet met mate, het is volledig, honderd procent. Niet altijd mooi, wel altijd intens en komisch. Onderling is er vrijwel altijd mot, maar als de voorstelling begint, spettert het. Quelle ambiance… wat een geweldige tournee.. ik schrijf je snel een reactie op je biref, maar wilde vast wat van me laten weten... guido
maandag 22 maart 2010
ne pas à l'école
En dehors du domaine de nos sièges de théâtre, seulement séparé par un ruban en plastique, se trouvent les enfants sans uniforme-chemise-blanche, les enfants qui ne vont pas à l'école.
De là ils regardent la comedie musicale - sur le problème des enfants sorciers - Basal'ya Bazoba.
(vidéo-still du clip 'ENFANTS SORCIERS')
donderdag 18 maart 2010
dinsdag 16 maart 2010
Kitoko
"Si nous nous aimons ensemble,
nous allons voir la gloire du seigneur."
Et ce ne sont pas les chanteuses de Basal`ya Bazo, ce sont les sensibilisatrices de la pièce de théâtre. Chez Basal`ya Bazoba elles expliquent au passants ce que c'est une comédie musicale qui parle de la protection des enfants et de la loi qui interdit toute accusation d' enfants sorciers.
nous allons voir la gloire du seigneur."
Et ce ne sont pas les chanteuses de Basal`ya Bazo, ce sont les sensibilisatrices de la pièce de théâtre. Chez Basal`ya Bazoba elles expliquent au passants ce que c'est une comédie musicale qui parle de la protection des enfants et de la loi qui interdit toute accusation d' enfants sorciers.
maandag 15 maart 2010
Happy birthday from Kinshasa
Para Brasileiros
Wegens (klik) slaagde ik er niet in om dit stukje rommel-video op tijd te versturen. Achteraf bekeken vertelt het wel iets over de ambiance in onze Kongolese back-stage :-)
Wegens (klik) slaagde ik er niet in om dit stukje rommel-video op tijd te versturen. Achteraf bekeken vertelt het wel iets over de ambiance in onze Kongolese back-stage :-)
on joue du théâtre
Para os Brasileiros que lêem o meu blog ...
C' est dificile de parler de cette ville qui s' appelle Kinshasa sans les odeurs de plastique brulé , sans la chaleur étouffante et la coruption inévitable et d' expliquer pourquoi on aime tellement de vivre et travailler entouré de misère cachée.
Cette minute de video vous met peut-être un peu en route.
C' est dificile de parler de cette ville qui s' appelle Kinshasa sans les odeurs de plastique brulé , sans la chaleur étouffante et la coruption inévitable et d' expliquer pourquoi on aime tellement de vivre et travailler entouré de misère cachée.
Cette minute de video vous met peut-être un peu en route.
dinsdag 9 maart 2010
Kinshasa - video
Para os Brasileiros que lêem o meu blog, "desculpe", mas vou escrever nesse 'blog' uns semanas em Holandês ou Francês sobre minha filmagens no Congo.
Er is veel duiding nodig om het probleem van de kindheksen in Kinshasa te begrijpen. Deze video heb ik gemaakt om dààr op tv uit te zenden. Toen ik gisteren vertrok hadden 8 zenders hem al uitgezonden met extra interviews met de acteurs en zelfs één keer met mij er bij als Mundele :-) Daarnaast wordt hij als dvd verspreid in de omgeving van Kabila, onze ultieme hoop is dat de president hem ook ziet en budget vrij maakt om ook in de provincies te spelen. De video richt zich dus niet tot een Europees publiek, maar wie Frans verstaat is weet hier mee waar die Basal`ya Bazoba voor staat.
De komende weken werk ik aan het verhaal zoals ik het voor een niet-Congolees publek graag wil vertellen.
A suivre sur ce blog.
Er is veel duiding nodig om het probleem van de kindheksen in Kinshasa te begrijpen. Deze video heb ik gemaakt om dààr op tv uit te zenden. Toen ik gisteren vertrok hadden 8 zenders hem al uitgezonden met extra interviews met de acteurs en zelfs één keer met mij er bij als Mundele :-) Daarnaast wordt hij als dvd verspreid in de omgeving van Kabila, onze ultieme hoop is dat de president hem ook ziet en budget vrij maakt om ook in de provincies te spelen. De video richt zich dus niet tot een Europees publiek, maar wie Frans verstaat is weet hier mee waar die Basal`ya Bazoba voor staat.
De komende weken werk ik aan het verhaal zoals ik het voor een niet-Congolees publek graag wil vertellen.
A suivre sur ce blog.
maandag 8 maart 2010
Kinshasa
Het plan was om regelmatig wat te bloggen.
Eén keer ben ik in zo'n Cybercafee, Sibijr spreken ze het ginder uit, geweest. Er was geen electriciteit -iets dat normaal is in die stad-, dus stond aan de open deur een lawaaierige oude versleten generator te draaien die, helaas, zijn uitlaatgassen naar binnen blies. Het was buiten zeker 40 graden en binnen in die kleine ruimte met vier computer nog warmer. Het toetsenbord was gedeeltlijk kapot. Ik vond een aantal letters niet terug en er bleef al eens een toets steken. Na lang wachten om mijn mails binnen te krijgen crashtte het programma.
Ik heb dan maar meteen de harde beslissing genomen om het drie weken zonder internet te proberen.
Dat is zeer goed mee gevallen. De behoefte om iets van mij af te schrijven werd perfect opgevangen door een klein schriftje met harde kaft en een fijn vulpotlood. Misschien tik het wel over voor deze blog. Maar ik ben niet zeker of ik dat wel aankan. Ik denk na drie weken wellicht heel anders dan die eerste dagen toen al die impressies van die chaotische stad zich in zwart-wit beelden aandienden, dag na dag werden ze meer genuanceerd, minder duidelijk soms.
zondag 14 februari 2010
Carnaval multicultural Recife: maracatus, maracatus, maracatus…
Neen, ik zit niet in Recife dit jaar, maar een stukje van de Mangue Belga zit er wel. Hier zijn brief:
Oi John,
Hier het eerste verslag + wat foto's. Ik had zelf heel goede foto's genomen, maar gisterenavond in de rua de Moeda is mijn toestel gepikt (zakkenrollers). :( Zet jij het verslag op Mangue Belga?
Abçs.
Zjakki
Het is een traditie: het meest authentieke en volkse carnaval van Brazilië opent op vrijdagavond met een grote maracatu-parade. Vergeet de blote billen-commercie van Rio de Janeiro, muziekliefhebbers moeten met carnaval naar Recife, de hoofdstad van de Noordoostelijke deelstaat Pernambuco. Recife heeft overigens een historische band met Nederland: van 1630 tot 1654 was het de hoofdstad van Nederlands-Brazilië. Het was in die koloniale tijd dat de maracatus ontstonden. Toen zelfs Afrikaanse koningen als slaven op de suikerrietplantages terechtkwamen, organiseerden de andere slaven ceremonies ter ere van hen en dosten ze zich uit in Europese kleren. Maar niet alleen de kleren, ook de percussie-instrumenten hebben een Europees kantje. De alfaia bijvoorbeeld, de grote, draagbare basdrum die de maracatu typeert, die komt uit Portugal en hij wordt met sticks bespeeld, terwijl men in zwart Afrika meestal percussie met de handen speelt. En zo is ook maracatu een typisch Braziliaanse mix van Afrikaanse en Europese invloeden. Een heel indrukwekkende mix overigens: de percussie van de maracatugroepen op de openingsavond voel je tot in het diepste van je buik. En dan de prachtige kostuums "à la Luis Quinze", zoals ze daar zeggen. Ze paraderen in naçãos, in naties, ook weer een overblijfsel uit de slaventijd, toen de zwarten zich volgens hun origine tot een bepaalde natie rekenden. Op de opening van carnaval dit jaar waren er liefst 14 naçãos, goed voor 700 percussionisten, plus evenveel dansers en danseressen! En als toemaatje nog een prachtig vuurwerk. Probeer je maar eens in te beelden wat voor een indrukwekkend én prachtig spektakel dit was!
Zaterdag begint het RecBeat festival, een van de 16 officiële podia tijdens dit carnaval multicultural. Er staat heel veel moois op de affiche: Lucas Santtana, CéU, Cidadão Instigado, Stela Campos, … Maar daarover heb ik het in mijn volgend verslag.
Voor zo ver Zjakki Willems
En wie wat video wil moet het stellen met mijn reportage voor Terzake van vorig jaar.
Saudade, ja.
Oi John,
Hier het eerste verslag + wat foto's. Ik had zelf heel goede foto's genomen, maar gisterenavond in de rua de Moeda is mijn toestel gepikt (zakkenrollers). :( Zet jij het verslag op Mangue Belga?
Abçs.
Zjakki
Het is een traditie: het meest authentieke en volkse carnaval van Brazilië opent op vrijdagavond met een grote maracatu-parade. Vergeet de blote billen-commercie van Rio de Janeiro, muziekliefhebbers moeten met carnaval naar Recife, de hoofdstad van de Noordoostelijke deelstaat Pernambuco. Recife heeft overigens een historische band met Nederland: van 1630 tot 1654 was het de hoofdstad van Nederlands-Brazilië. Het was in die koloniale tijd dat de maracatus ontstonden. Toen zelfs Afrikaanse koningen als slaven op de suikerrietplantages terechtkwamen, organiseerden de andere slaven ceremonies ter ere van hen en dosten ze zich uit in Europese kleren. Maar niet alleen de kleren, ook de percussie-instrumenten hebben een Europees kantje. De alfaia bijvoorbeeld, de grote, draagbare basdrum die de maracatu typeert, die komt uit Portugal en hij wordt met sticks bespeeld, terwijl men in zwart Afrika meestal percussie met de handen speelt. En zo is ook maracatu een typisch Braziliaanse mix van Afrikaanse en Europese invloeden. Een heel indrukwekkende mix overigens: de percussie van de maracatugroepen op de openingsavond voel je tot in het diepste van je buik. En dan de prachtige kostuums "à la Luis Quinze", zoals ze daar zeggen. Ze paraderen in naçãos, in naties, ook weer een overblijfsel uit de slaventijd, toen de zwarten zich volgens hun origine tot een bepaalde natie rekenden. Op de opening van carnaval dit jaar waren er liefst 14 naçãos, goed voor 700 percussionisten, plus evenveel dansers en danseressen! En als toemaatje nog een prachtig vuurwerk. Probeer je maar eens in te beelden wat voor een indrukwekkend én prachtig spektakel dit was!
Zaterdag begint het RecBeat festival, een van de 16 officiële podia tijdens dit carnaval multicultural. Er staat heel veel moois op de affiche: Lucas Santtana, CéU, Cidadão Instigado, Stela Campos, … Maar daarover heb ik het in mijn volgend verslag.
Voor zo ver Zjakki Willems
En wie wat video wil moet het stellen met mijn reportage voor Terzake van vorig jaar.
Saudade, ja.
maandag 8 februari 2010
Theater in de sloppenwijken van Kinshasa
(Português)
"Wanneer men theater maakt zijn de gewaarwordingen van de toeschouwer het belangrijkst."
Ik hoorde het Dirk Opstaele, naar aanleiding van de première van 'Minnevozen' door Leporello, onlangs zeggen op de radio en meteen floepten mijn gedachten naar Kinshasa.
Guido Kleene is daar met zijn Basal’ya bazoba volle 100% op gefocust. Na elke voorstelling gaat hij zijn publiek bevragen, zei hij mij. Het stuk gaat over kindheksen, iets dat in Congo niet zomaar bespreekbaar is.
Alhoewel. Met een paar google-klikken kon ik video's (bv. een van 2002) bekijken waarin het fenomeen besproken wordt.
?
Ja, in documentaires wel, maar op straat, in de sloppenwijken, ligt het volgens Guido anders.
Je kan het een beetje vergelijken met incest bij ons; wanneer een familielid betrokken is wordt praten over incest zéér moeilijk. In Kinshasa is iedereen op een of andere manier betrokken bij het kindheksenprobleem.
In die stad leven nl. 25.000 straatkinderen waarvan de meeste van hekserij beschuldigd zijn, had ik gelezen - ondertussen heb ik ook 50.000 en 100.000 gehoord. Soit, het blijven sowieso abstrakte getallen, moeilijk voorstelbaar, maar concreet is iedereen het er blijkbaar over eens: het is een zwaar probleem. Daar als theatermaker met een muzikale komedie tegen aan gaan, je moet het maar doen. Theater in zijn pure essentie? Ik kijk er naar uit. Nog negen dagen.
"Wanneer men theater maakt zijn de gewaarwordingen van de toeschouwer het belangrijkst."
Ik hoorde het Dirk Opstaele, naar aanleiding van de première van 'Minnevozen' door Leporello, onlangs zeggen op de radio en meteen floepten mijn gedachten naar Kinshasa.
Guido Kleene is daar met zijn Basal’ya bazoba volle 100% op gefocust. Na elke voorstelling gaat hij zijn publiek bevragen, zei hij mij. Het stuk gaat over kindheksen, iets dat in Congo niet zomaar bespreekbaar is.
Alhoewel. Met een paar google-klikken kon ik video's (bv. een van 2002) bekijken waarin het fenomeen besproken wordt.
?
Ja, in documentaires wel, maar op straat, in de sloppenwijken, ligt het volgens Guido anders.
Je kan het een beetje vergelijken met incest bij ons; wanneer een familielid betrokken is wordt praten over incest zéér moeilijk. In Kinshasa is iedereen op een of andere manier betrokken bij het kindheksenprobleem.
In die stad leven nl. 25.000 straatkinderen waarvan de meeste van hekserij beschuldigd zijn, had ik gelezen - ondertussen heb ik ook 50.000 en 100.000 gehoord. Soit, het blijven sowieso abstrakte getallen, moeilijk voorstelbaar, maar concreet is iedereen het er blijkbaar over eens: het is een zwaar probleem. Daar als theatermaker met een muzikale komedie tegen aan gaan, je moet het maar doen. Theater in zijn pure essentie? Ik kijk er naar uit. Nog negen dagen.
maandag 1 februari 2010
Kindheksen
Geen Recbeat festival en Carnaval in Recife dit jaar!
Maar niet getreurd! - ok, een beetje wel natuurlijk.
De 17 februari zit ik bij de bron van al die Braziliaanse percussie, in de Congo :)
Via de muziek kom ik telkens weer bij sociaal-artistieke projecten terecht die mij mateloos boeien en waar ik mijn steentje wil bijdragen.
Dit keer heet het 'basal'ya bazoba', een voorstelling over kindheksen, in de sloppenwijken van Kinshasa.
Kindheksen zijn vandaag een groot probleem in de stad.
Van de 25.000 straatkinderen is er 70% beschuldigd van hekserij.
Basal’ya bazoba, is een muziektheater-productie die nù, in de sloppenwijken van de stad, met hun verplaatsbaar podium, voor mensen speelt die nog nooit theater hebben gezien.
Zò willen ze het probleem aankaarten - zeg maar 'het onbespreekbare' bespreekbaar maken.
Dat ligt zeer moeilijk, iedereen is op een of andere manier betrokken.
Daarbovenop gaat het over iets dat zich in die 'tweede realiteit' afspeelt, die onzichtbare, ontastbare realiteit die zich onder alles wat in die stad gebeurt schuil houdt.
Deze invalshoek komt uit het antropologisch onderzoek van Filip De Boeck (KUL)
in 'Kinshasa, The Imaginary City'
De muziektheater-productie en hun invalshoek zijn een unieke gelegenheid om het probleem van de kindheksen - weg van de oppervlakkige sensatie - toch in al zijn hardheid te tonen en er misschien zelfs wat begrip voor te creëren.
Ik ben nù nog op zoek naar een broadcaster voor mijn reportage, maar zo zit het telkens in elkaar.
De reportage over de onzichtbare kinderen van het Carnaval in Recife was ook maar een paar dagen op voorhand rond.
Anyway, de 17e zijn we daar.
We duiken er onder in de onzichtbare stad.
In mijn overlevings-pakket ga ik Italo Calvino mee nemen.
Maar niet getreurd! - ok, een beetje wel natuurlijk.
De 17 februari zit ik bij de bron van al die Braziliaanse percussie, in de Congo :)
Via de muziek kom ik telkens weer bij sociaal-artistieke projecten terecht die mij mateloos boeien en waar ik mijn steentje wil bijdragen.
Dit keer heet het 'basal'ya bazoba', een voorstelling over kindheksen, in de sloppenwijken van Kinshasa.
Kindheksen zijn vandaag een groot probleem in de stad.
Van de 25.000 straatkinderen is er 70% beschuldigd van hekserij.
Basal’ya bazoba, is een muziektheater-productie die nù, in de sloppenwijken van de stad, met hun verplaatsbaar podium, voor mensen speelt die nog nooit theater hebben gezien.
Zò willen ze het probleem aankaarten - zeg maar 'het onbespreekbare' bespreekbaar maken.
Dat ligt zeer moeilijk, iedereen is op een of andere manier betrokken.
Daarbovenop gaat het over iets dat zich in die 'tweede realiteit' afspeelt, die onzichtbare, ontastbare realiteit die zich onder alles wat in die stad gebeurt schuil houdt.
Deze invalshoek komt uit het antropologisch onderzoek van Filip De Boeck (KUL)
in 'Kinshasa, The Imaginary City'
De muziektheater-productie en hun invalshoek zijn een unieke gelegenheid om het probleem van de kindheksen - weg van de oppervlakkige sensatie - toch in al zijn hardheid te tonen en er misschien zelfs wat begrip voor te creëren.
Ik ben nù nog op zoek naar een broadcaster voor mijn reportage, maar zo zit het telkens in elkaar.
De reportage over de onzichtbare kinderen van het Carnaval in Recife was ook maar een paar dagen op voorhand rond.
Anyway, de 17e zijn we daar.
We duiken er onder in de onzichtbare stad.
In mijn overlevings-pakket ga ik Italo Calvino mee nemen.
Olá Brasileiros
Para os Brasileiros que lêem o meu blog, "desculpe", mas vou escrever nesse 'blog' uns semanas em Holandês ou Francês sobre minha filmagens no Congo.
A gente vai filmar um produção de teatro musical sobre as grandes problemas das crianças-bruxas na cidade de Kinshasa. Na África, a fonte da percussão Brasileira :-)
A gente vai filmar um produção de teatro musical sobre as grandes problemas das crianças-bruxas na cidade de Kinshasa. Na África, a fonte da percussão Brasileira :-)
dinsdag 5 januari 2010
Tudo de bom para 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)